ECLI:NL:CRVB:2023:1943
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na herziening besluit bijstandsopschorting
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, waarin het beroep tegen een besluit van het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek gegrond werd verklaard. Het dagelijks bestuur had het recht op bijstand van appellant per 1 december 2020 opgeschort, omdat appellant geen gehoor had gegeven aan een verzoek om informatie over de verkoop van zijn woning. De rechtbank vernietigde het besluit van het dagelijks bestuur en droeg hen op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant. Het dagelijks bestuur heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, waarin de opschorting van de bijstand werd herroepen en de ingangsdatum werd vastgesteld op 11 december 2020. Appellant heeft hoger beroep ingesteld, maar de Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat appellant geen procesbelang heeft bij de beoordeling van het hoger beroep, omdat het dagelijks bestuur met het nieuwe besluit volledig tegemoet is gekomen aan zijn bezwaren. De Raad verklaart het hoger beroep daarom niet-ontvankelijk en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.