ECLI:NL:CRVB:2023:1900
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van huur, bed, oven en tapijten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand. Appellante had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor kosten die verband hielden met haar verhuizing, waaronder een maand huur, een bed, behang, twee tapijten en een oven. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had de aanvraag afgewezen, omdat de verhuizing niet noodzakelijk werd geacht en appellante in het bezit was van een bed dat niet vervangen hoefde te worden. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante herhaald dat de verhuizing noodzakelijk was en dat de kosten voor de genoemde items vergoed moesten worden. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de noodzaak van de verhuizing en dat de kosten voor de oven en tapijten uit eigen middelen moeten worden voldaan. De Raad heeft vastgesteld dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat appellante geen gronden heeft aangevoerd tegen het niet vergoeden van de kosten voor een bed, oven en tapijten, en dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor deze kosten terecht was.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand in stand blijft. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve en verifieerbare gegevens bij het onderbouwen van de noodzaak van een verhuizing en de bijbehorende kosten.