ECLI:NL:CRVB:2023:1832

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 september 2023
Publicatiedatum
2 oktober 2023
Zaaknummer
22/1523 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Raad in hoger beroep tegen beschikking van de rechtbank Rotterdam

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 2 mei 2018. De Raad heeft zich in een eerdere uitspraak van 10 januari 2023 onbevoegd verklaard om het hoger beroep te behandelen. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze onbevoegdheid, maar de Raad heeft geoordeeld dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die de Raad zouden dwingen om zijn eerdere beslissing te heroverwegen.

De Raad heeft vastgesteld dat de beschikking waar appellant tegen in beroep is gegaan, valt onder paragraaf 6.5 van de Participatiewet, die expliciet uitsluit dat hiertegen hoger beroep kan worden ingesteld. Hierdoor is de Raad niet bevoegd om de zaak inhoudelijk te behandelen. Appellant heeft in zijn verzetschrift zijn onvrede geuit over de handelwijze van zowel het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam als de rechtbank Arnhem, maar deze argumenten zijn niet voldoende om de onbevoegdheid van de Raad te weerleggen.

De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij J.C. Boeree als lid van de kamer heeft gefungeerd en M. Ramanand als griffier heeft opgetreden. De uitspraak is openbaar gemaakt en de betrokken partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

22 1523 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Rotterdam van 2 mei 2018, C/10/543665/ FA RK 18-690 (bestreden beschikking)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam
Datum uitspraak: 22 september 2023
Zitting heeft: J.C. Boeree, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: M. Ramanand
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

In de uitspraak van 10 januari 2023 heeft de Raad zich onbevoegd verklaard kennis te nemen van het door appellant ingestelde hoger beroep.
Appellante heeft verzet gedaan.
In het verzetschrift voert appellant aan dat naar zijn mening het college onjuist heeft gehandeld. Daarnaast is ook de handelwijze van de rechtbank Arnhem niet juist. Appellant is het niet eens met het vastgestelde verhaalsbedrag.
De Raad betreurt dat appellant zich op onjuiste wijze behandeld voelt. Allereerst is de vraag of de Raad bevoegd is het door appellant ingediende hoger beroep te behandelen. In de wet is vastgelegd waarover de Raad kan en mag oordelen. In de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak die als bijlage 2 bij de Awb is gevoegd is paragraaf 6.5 van de Participatiewet uitgesloten van de mogelijkheid om (hoger) beroep in te stellen op grond van Awb. De beschikking waar appellant tegen opkomt valt onder deze paragraaf. Daarom is dit geen beschikking waarover de Raad bevoegd is te oordelen.
Dat betekent dat wat appellant in zijn hogerberoepschrift en verzetschrift uiteen heeft gezet niet tot een ander oordeel kan leiden.
De Raad kan in dit geval niet anders dan oordelen dat appellant in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd waaruit blijkt dat de Raad zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) M. Ramanand (getekend) J. C. Boeree