ECLI:NL:CRVB:2023:1820
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering omzetting prestatiebeurs in gift door minister op basis van medische omstandigheden
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 27 september 2023, wordt bevestigd dat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap terecht heeft geweigerd om de door appellant ontvangen prestatiebeurs om te zetten in een gift. Appellant had verzocht om deze omzetting op basis van bijzondere medische omstandigheden die hem zouden beletten om binnen de diplomatermijn het afsluitend examen van zijn opleiding te behalen. De Raad oordeelt dat appellant niet voldoende heeft aangetoond dat hij als direct gevolg van zijn medische situatie niet in staat was om het examen te halen.
De zaak begon met een besluit van de minister op 5 juli 2019, waarin het verzoek van appellant om de prestatiebeurs om te zetten in een gift werd afgewezen. Na een bezwaarprocedure bleef de minister bij zijn standpunt, wat leidde tot een rechtszaak bij de rechtbank Den Bosch. Deze rechtbank verklaarde het beroep van appellant ongegrond. In hoger beroep heeft appellant zijn standpunten herhaald, maar de Raad oordeelt dat de eerdere beslissingen terecht zijn genomen.
De Raad wijst erop dat de medische rapporten die door appellant zijn overgelegd niet voldoende bewijs leveren voor zijn claims. De minister had ook een medisch adviesrapport van arts F. Knol, waaruit bleek dat er geen noodzaak was voor een persoonlijk onderzoek van appellant. De Raad concludeert dat de minister zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen reden is om de eerdere uitspraak te vernietigen. De uitspraak bevestigt dat de diplomatermijn kan worden verlengd in geval van bijzondere omstandigheden, maar dat appellant niet heeft aangetoond dat hij aan de voorwaarden voldoet.