Uitspraak
12 augustus 2022, 21/3513 (aangevallen uitspraak)
ZW-uitkering gebleven.
OVERWEGINGEN
11 december 2020 heeft beëindigd. Volgens appellant was hij toen door zijn (medische) beperkingen niet in staat om functies te verrichten zodat hij onveranderd recht heeft op een ZW-uitkering. De Raad volgt dit standpunt niet en komt tot het oordeel dat het Uwv de
ZW-uitkering terecht heeft beëindigd.
Inleiding
25 januari 2019 heeft hij zich ziekgemeld met klachten na een auto-ongeval. Het Uwv heeft appellant een uitkering op grond van de ZW toegekend. In het kader van een
Eerstejaars ZW-beoordeling (EZWb) heeft een verzekeringsarts appellant belastbaar geacht met inachtneming van de beperkingen die zijn neergelegd in een
Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 4 november 2020. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat appellant niet meer geschikt is voor zijn laatste werk en heeft vervolgens voor appellant functies geselecteerd. Het Uwv heeft bij besluit van 10 november 2020 de
ZW-uitkering van appellant met ingang van 11 december 2020 beëindigd, omdat appellant meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd.