Uitspraak
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 september 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag om zijn Wajong-uitkering naar Turkije te mogen exporteren. Appellant, die sinds 19 december 2011 een Wajong-uitkering ontvangt, heeft in 2020 verzocht om zijn uitkering naar Turkije te exporteren, omdat hij daar psychische rust en de nabijheid van zijn familie zoekt. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er geen zwaarwegende redenen zijn om met behoud van de uitkering uit Nederland te vertrekken. De rechtbank Overijssel heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Raad heeft de argumenten van appellant in hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. De Raad oordeelt dat de redenen die appellant heeft aangevoerd voor zijn verhuizing naar Turkije, zoals de wens om bij zijn familie te zijn en de hoop op betere werkgelegenheid, niet voldoende zijn om de hardheidsclausule toe te passen. De Raad benadrukt dat de verhuizing in overwegende mate gebaseerd is op de eigen keuze van appellant en dat er geen objectieve en dwingende noodzaak is aangetoond. De Raad bevestigt daarmee de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.