ECLI:NL:CRVB:2023:1720

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
22/1308 WAJONG-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens overlijden appellant zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die is overleden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 10 maart 2022. De appellant, die laatstelijk woonachtig was in [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting op 31 augustus 2023 is vastgesteld dat de appellant is overleden op [datum] 2022. Hierdoor is zijn procesbelang bij de voortzetting van het geding vervallen. De Raad heeft geconstateerd dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij in het geding hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ondanks de aankondiging in de Staatscourant van 11 augustus 2023 heeft zich niemand gemeld om het hoger beroep voort te zetten. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen processueel belang meer is om het hoger beroep te beoordelen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

22.1308 WAJONG-PV

Datum uitspraak: 31 augustus 2023
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 10 maart 2022, 20/8178 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] , in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Zitting heeft: S.B. Smit-Colenbrander
Griffier: L. Winters
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 31 augustus 2023. Voor appellant is mr. R.M. Noorlander verschenen. Het Uwv heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Namens appellant heeft mr. Noorlander hoger beroep ingesteld.
Op [datum] 2022 is appellant overleden.
De Raad heeft, gelet op het bepaalde in artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in de Staatscourant van 11 augustus 2023 aangekondigd dat het onderzoek ter zitting zal plaatsvinden op 31 augustus 2023.
De indiener van het hoger beroep, appellant, is overleden. Daarmee is zijn belang bij de voortzetting van het geding vervallen.
Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in dit geding zijn opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ook na de aankondiging in de Staatscourant heeft niemand zich daarvoor gemeld.
Dit betekent dat er geen processueel belang meer is om het hoger beroep te beoordelen. Het hoger beroep is daarom niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
Utrecht, 31 augustus 2023
De griffier. Het lid van de enkelvoudige kamer.
de griffier is verhinderd te ondertekenen. (getekend) S.B. Smit-Colenbrander