ECLI:NL:CRVB:2023:1720
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens overlijden appellant zonder erfgenamen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die is overleden. De zaak betreft een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 10 maart 2022. De appellant, die laatstelijk woonachtig was in [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Tijdens de zitting op 31 augustus 2023 is vastgesteld dat de appellant is overleden op [datum] 2022. Hierdoor is zijn procesbelang bij de voortzetting van het geding vervallen. De Raad heeft geconstateerd dat er geen erfgenamen zijn die de appellant als partij in het geding hebben opgevolgd en die het geding zouden willen voortzetten. Ondanks de aankondiging in de Staatscourant van 11 augustus 2023 heeft zich niemand gemeld om het hoger beroep voort te zetten. De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen processueel belang meer is om het hoger beroep te beoordelen. De beslissing is in het openbaar uitgesproken en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.