Uitspraak
22 3821 WIA
PROCESVERLOOP
mr. W. de Rooy-Bal.
OVERWEGINGEN
1 december 2020 veranderd is en heeft zij verzocht om een herbeoordeling. In verband hiermee heeft appellante het spreekuur bezocht van een verzekeringsarts. Deze arts heeft vastgesteld dat appellante per 1 december 2020 belastbaar is met inachtneming van de beperkingen die hij heeft neergelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 9 juni 2021. Een arbeidsdeskundige heeft functies geselecteerd en op basis van de drie functies met de hoogste lonen de mate van arbeidsongeschiktheid berekend. Het Uwv heeft bij besluit van 15 juni 2021 de mate van arbeidsongeschiktheid per 1 december 2020 gesteld op 0% en de WGA-vervolguitkering van appellante met ingang van 16 augustus 2021 beëindigd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 14 februari 2022 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van 23 december 2021 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van 3 februari 2022 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
9 juni 2021 overwogen dat de eerder aanwezige vermoeidheidsklachten op de datum in geding niet meer aanwezig waren en geen sprake was van slaapproblematiek of overdag slapen. Ook volgde appellante geen behandeling meer (waar eerdere vermoeidheidsklachten deels aan werden toegeschreven) en was, anders dan tijdens de beoordeling in 2014, geen sprake van een zwangerschap. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in zijn rapport van 23 december 2021 de bevindingen van de verzekeringsarts onderschreven en afdoende gemotiveerd dat er op de datum in geding medisch gezien geen onderbouwing was voor een urenbeperking. Vorenstaande betekent dat geen twijfel bestaat aan de medische grondslag van het bestreden besluit. Daarom wordt ook geen aanleiding gezien om een onafhankelijk deskundige te benoemen.