Uitspraak
22 2282 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
17 september 2018 een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toe te kennen, omdat zij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Aan de besluitvorming ligt onder meer een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 3 september 2018 ten grondslag. Voor de procedurele gang van zaken wordt verwezen naar de uitspraak van heden met kenmerk 22/2280 WIA. Appellante werd met ingang van 17 september 2018 in staat geacht tot het vervullen van de functies secretaresse, typist (SBC-code 315030), samensteller metaalwaren (SBC-code 264140) en productiemedewerker (samenstellen van producten) (SBC-code 111180).
WIA-beoordeling ook wordt voldaan aan de voorwaarden van het in die uitspraak geformuleerde nieuwe beoordelingskader. Hiermee staat vast dat appellante niet in aanmerking komt voor een ZW-uitkering.
ZW-beoordeling, niet anders waren dan de beperkingen ten tijde van haar WIA-beoordeling. Nu geen sprake is van een toename van medische beperkingen, staat vast dat de in het kader van de Wet WIA geselecteerde functies in medisch en arbeidskundig opzicht (ook) op
15 oktober 2018 en 18 februari 2019 voor appellante geschikt zijn. Gelet hierop heeft het Uwv, ook uitgaande van het nieuwe toetsingskader dat is neergelegd in de uitspraak van de Raad van 23 december 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2672 en is samengevat in 4.2 en 4.3, appellante per 15 oktober en 18 februari 2019 terecht een ZW-uitkering geweigerd.