Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
(SBC-code 315173) geen sprake van voldoende regelmatige werktijden. Ook is die functie niet geschikt omdat appellante onvoldoende assertief is en zij in haar privéleven geen nieuwe mensen of instanties durft te bellen. Daarnaast beschikt zij niet over de vereiste verkoopcapaciteiten.
Het oordeel van de Raad
(80 minuten totaal) en staan komt tijdens 6 uur per dag 6 maal 5 minuten aaneengesloten voor en tijdens 4 uur 2 maal 2 minuten aaneengesloten
(196 minuten totaal en samen 276 minuten = 4 uur en 36 minuten). Ik merk hier aanvullend nog bij op dat de arbeidsdeskundige analisten bij de beschrijving van de functiebelasting als minimumwaarde 1 minuut hanteren. De feitelijke duur kan hierdoor lager uitvallen, wat ook blijkt als gekeken wordt naar het zitten tijdens het werk. Dit bedraagt dagelijks tijdens 6 uur 6 maal 5 minuten = 180 minuten + tijdens 2 uur eenmaal 45 minuten = 90 minuten. Totaal 270 minuten = 4,5 uur per dag. Er wordt 8 uur op een dag gewerkt zodat er 3,5 uur resteren voor lopen en staan tijdens het werk. Dit maakt duidelijk dat de arbeidsdeskundige analisten een minimumwaarde van 1 minuut hanteren bij de beschrijving van de belasting, waardoor de daadwerkelijke belasting op bijvoorbeeld lopen (80 maal per dag 1 minuut) in de praktijk lager uit kan vallen.”
1 meter wordt afgelegd. Het moge duidelijk zijn dat dit geen 1 minuut duurt, maar slechts enkele seconden. In de functie wordt tijdens elk uur van de dag (8 uren per dag) 10 maal per uur korte afstanden/enkele meters gelopen; bijvoorbeeld bij het wegen en meten van kinderen en bij het opruimen en schoonmaken. Waardes onder de 1 minuut zijn dan ook niet precies op 1 minuut vast te pinnen en kunnen dan ook zeker een verklaring zijn waarom er feitelijk per saldo minder wordt gelopen of gestaan tijdens het werk. Zeker in deze functie waarbij er door de arbeidsdeskundig analist
80 keer per dag 1 minuut wordt gescoord bij het lopen.”
.