Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstand van appellante, die niet heeft meegewerkt aan een aangekondigd huisbezoek op 29 juni 2021. Appellante ontving sinds 19 december 2011 bijstand op grond van de Participatiewet. Na een heronderzoek heeft het college van burgemeester en wethouders van Best op 8 juli 2021 besloten om de bijstand van appellante in te trekken, omdat zij niet had meegewerkt aan het huisbezoek. Appellante heeft bezwaar gemaakt, maar het college handhaafde het besluit. De rechtbank heeft het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante wel degelijk heeft geweigerd mee te werken aan het huisbezoek. De Raad heeft vastgesteld dat appellante tijdens het gesprek op 29 juni 2021 duidelijk heeft aangegeven geen toestemming te geven voor het huisbezoek. De Raad heeft ook overwogen dat de geboden hersteltermijn van twee uur niet te kort was en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door psychische overmacht niet in staat was om mee te werken. De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de intrekking van de bijstand in stand gelaten, evenals het verzoek om schadevergoeding.