Op 30 augustus 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep van appellant, die een aanvraag had ingediend voor een Wajong-uitkering, werd niet-ontvankelijk verklaard. Dit gebeurde omdat het Uwv op 15 november 2022 een nieuwe beslissing op bezwaar had genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellant. Hierdoor was er geen procesbelang meer voor appellant om het hoger beroep voort te zetten. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellant tegen het bestreden besluit van het Uwv ongegrond verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet heeft gereageerd op de nieuwe beslissing van het Uwv en dat hij geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep. De Raad heeft het Uwv wel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1.674,-, en het griffierecht van € 174,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door M. Schoneveld en griffier S. Pouw.