ECLI:NL:CRVB:2023:1631
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op grond van toegenomen klachten zonder toegenomen beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De appellant had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv weigerde deze op basis van de conclusie dat de toegenomen klachten van de appellant niet leidden tot toegenomen beperkingen door dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar na de eerdere beoordeling. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om aan de conclusies van de verzekeringsartsen te twijfelen. De appellant had in hoger beroep aangevoerd dat het medisch onderzoek onzorgvuldig was en dat er sprake was van een schending van het beginsel van equality of arms, maar de Raad oordeelde dat de appellant voldoende ruimte had gehad om zijn medische stukken in te dienen. De Raad concludeerde dat er geen toename van beperkingen was vastgesteld en dat de eerdere beslissing van het Uwv terecht was. De uitspraak bevestigde dat er geen aanleiding was voor het benoemen van een onafhankelijke deskundige, en dat de financiële situatie van de appellant geen rol speelde in deze beoordeling.