ECLI:NL:CRVB:2023:159
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen opschorting AIO-aanvulling na intrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 21 mei 2021. De appellant, die sinds 7 februari 2019 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) ontving, werd geconfronteerd met een opschorting van deze uitkering door de Sociale verzekeringsbank (Svb) vanwege het niet aanleveren van bankafschriften. De Svb had appellant herhaaldelijk verzocht om deze documenten te verstrekken, maar hij heeft hier niet op gereageerd. Uiteindelijk heeft de Svb op 22 september 2020 het recht op AIO-aanvulling opgeschort, wat leidde tot een bezwaar van appellant op 1 oktober 2020. De Svb verklaarde de bezwaren ongegrond en introk de AIO-aanvulling per 7 februari 2019, wat appellant niet heeft aangevochten.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van de Svb niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellant geen rechtsmiddelen had aangewend tegen de besluiten van 2 december 2020, die de intrekking van de AIO-aanvulling bevestigden. De Centrale Raad van Beroep heeft deze beslissing bevestigd, oordelend dat het bestreden besluit voor appellant geen feitelijke betekenis meer had, aangezien de intrekking van de AIO-aanvulling in rechte vaststond. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.