Uitspraak
21.3715 WIA
OVERWEGINGEN
(bestreden besluit) gegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen een gewijzigde FML van 19 oktober 2020, rapporten van een verzekeringsarts bezwaar en beroep van 19 oktober 2020, 3 november 2020 en 19 november 2020 alsmede rapporten van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 9 november 2020 en 24 november 2020 ten grondslag. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft, gelet op de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep aangepaste FML, de eerder geselecteerde functies niet passend gevonden voor appellant, maar heeft wel andere geschikte voorbeeldfuncties kunnen vinden die appellant met inachtneming van zijn beperkingen zou kunnen vervullen. Op basis van deze functies blijft appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt. Het Uwv heeft de WIA-uitkering, met inachtneming van een uitlooptermijn na aanzegging van de nieuwe functies, beëindigd per
13 januari 2021.
16 juni 2017. Naar het oordeel van de rechtbank is dit gegeven geen aanleiding voor twijfel aan het verzekeringsgeneeskundig oordeel dat in deze procedure ter beoordeling voorligt. Daarbij heeft de rechtbank van belang geacht dat deze laatste FML is opgesteld voor een andere datum in geding, namelijk 19 april 2021. Bovendien is van belang dat reeds uit de aanvraag – namelijk een melding van toegenomen beperkingen – volgt dat kennelijk niet sprake is van dezelfde medische situatie. Dat de beoordelend verzekeringsarts diens rapport mede op basis van dezelfde informatie van behandelaars heeft opgesteld, maakt dat niet anders.
5 september 2017. Als de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet alleen de samenvatting in aanmerking heeft genomen, maar de volledige onderliggende brieven, rijst de vraag hoe is gewogen dat ook bij een succesvolle antiretrovirale behandeling vermoeidheid een veelvoorkomend probleem is dat zowel kan worden veroorzaakt door de infectie zelf als door de medicatie en dat vermoeidheid, in brede zin, multifactorieel bepaald is en dat hierbij van belang is, zoals revalidatiearts Kruitwagen stelt, ook de stemming een rol speelt, wat met het oog op de psychische problematiek van appellant niet zonder belang lijkt.
5 september 2017, die is overgenomen door de verzekeringsarts bezwaar en beroep, en de mogelijke gevolgen daarvan voor de beoordeling. In de door de verzekeringsarts bezwaar en beroep overgenomen passage uit het rapport van de verzekeringsarts van 5 september 2017 wordt onder “Info internist d.d. 22-06-2017” vermeld: “Betrokkene wordt voor zijn HIV infectie behandeld met antiretrovirale middelen, er is sprake van een goede onderdrukking van de virusaanmaak. De weerstand blijft hiermee goed. De vermoeidheidsklachten blijven bestaan, deze zijn multifactorieel bepaald (HIV, medicatie, stemming, coping)”. Deze weergave betreft niet een samenvatting van de brief van internist-infectioloog Mudrikova van 22 juni 2017 maar een samenvoeging van de brieven van revalidatiearts Kruitwagen van
16 juni 2017 en internist-infectioloog Mudrikova van 22 juni 2022. Hierdoor is in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep onvermeld gebleven dat internist-infectioloog Mudrikova in haar brief van 22 juni 2017 uitdrukkelijk heeft vermeld dat ook bij een succesvolle antiretrovirale behandeling vermoeidheid een veel voorkomend probleem is en dat dit zowel kan worden veroorzaakt door de infectie zelf als door de medicatie. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is in zijn rapporten niet op dit aspect ingegaan.
1 uur rustte. De verzekeringsarts bezwaar en beroep acht een inzetbaarheid van 6 uur per dag plausibel.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op minder dan 35%;
- stelt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 13 januari 2021 vast op 80 tot 100%;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 3.348,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 182,- vergoedt.