ECLI:NL:CRVB:2023:1446
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag BerkelBike op basis van adequaatheid van bestaande vervoersvoorzieningen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een BerkelBike door het college van burgemeester en wethouders van Westland. Appellant, die lijdt aan een incomplete dwarslaesie, had eerder al verschillende vervoersvoorzieningen ontvangen, waaronder een scootmobiel en een handbewogen rolstoel. Het college heeft de aanvraag voor de BerkelBike afgewezen op de grond dat appellant met de al verstrekte voorzieningen adequaat kan voorzien in zijn vervoersbehoefte. De Raad heeft vastgesteld dat het college zich op het medisch advies van 15 september 2020 heeft mogen baseren, waarin werd geconcludeerd dat de bestaande voorzieningen voldoende zijn. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad erkent dat fietsen met een BerkelBike positief kan zijn voor de gezondheid van appellant, maar oordeelt dat dit niet betekent dat het college verplicht is om deze voorziening te verstrekken. De Raad heeft de afwijzing van de aanvraag door het college als rechtmatig beoordeeld, en appellant krijgt geen vergoeding van proceskosten of griffierecht.