Uitspraak
28 april 2021 (bestreden besluit) bij de weigering van de Wajong-uitkering gebleven.
26 augustus 2020 gericht op de behandeling van de PTSS-klachten van appellante. Het Uwv heeft vervolgens een verzekeringsgeneeskundig onderzoek verricht, waarna geconcludeerd is dat appellante geen Wajong-uitkering kan krijgen omdat zij na haar achttiende verjaardag arbeidsongeschikt is geworden en zij in het jaar voordat zij arbeidsongeschikt werd,
31 december 2014, niet zes maanden of langer gestudeerd heeft.
[geboortedag] 2005 (de dag dat zij achttien jaar is geworden) en in de periode van vijf jaar daarna arbeidsvermogen heeft. Het geschil spitst zich daarbij toe op de vraag of voldaan is aan de voorwaarde dat appellante niet ten minste vier uur per dag belastbaar is.
21 april 2021, 5 augustus 2021 en 19 januari 2022 inzichtelijk gemotiveerd waarom de psychische aandoeningen niet dusdanig ernstig waren dat appellante op haar achttiende verjaardag en in de vijf jaar erna niet ten minste vier uur per dag belastbaar was. In dat laatste rapport van 19 januari 2020 is door de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook gemotiveerd waarom de fysieke klachten van appellante geen aanleiding geven een urenbeperking vast te stellen dan wel te veronderstellen dat appellante structureel en duurzaam minder dan vier uur per dag kan functioneren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft onder meer overwogen dat appellante niet voldoet aan de drie indicatiegebieden vermeld in de standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid, te weten een stoornis in de energiehuishouding of preventieve of verminderde beschikbaarheid. De Raad voegt daar aan toe dat het bij de beoordeling of iemand voldoet aan de in artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit genoemde voorwaarde dat deze persoon ten minste vier uur per dag belastbaar is, gaat om de vraag of iemand ten minste vier uur per dag verspreid over de dag belastbaar is. Appellante heeft geen medische stukken ingezonden die aanknopingspunten bieden dat haar belastbaarheid niet juist is vastgesteld. Nu er geen twijfel is over de juistheid van de medische beoordeling is er geen reden om een onafhankelijke medisch deskundige te benoemen. Het verzoek van appellante om een deskundige te benoemen wordt afgewezen.