ECLI:NL:CRVB:2023:1431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die zich had ziekgemeld met psychische klachten, had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze uitkering, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarbij werd vastgesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. Appellante was van mening dat de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid niet correct was, vooral in het licht van de omstandigheden rondom het overlijden van haar zoon, wat haar rouwverwerking zou beïnvloeden. De Raad oordeelde dat het Uwv en de betrokken deskundigen de situatie van appellante adequaat hadden beoordeeld en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische conclusies. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de door het Uwv vastgestelde beperkingen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 11 juli 2019 correct waren en dat de geselecteerde functies binnen de belastbaarheid van appellante vielen. De uitspraak benadrukt het belang van objectieve medische beoordelingen in het kader van arbeidsongeschiktheid.