ECLI:NL:CRVB:2023:140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en bijzondere omstandigheden voor terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellante had een aanvraag om bijstand ingediend op 22 april 2020, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam had deze aanvraag niet in behandeling genomen omdat er onvoldoende gegevens waren verstrekt. Na een tweede aanvraag op 21 mei 2020, werd bijstand toegekend, maar appellante verzocht om een eerdere ingangsdatum van de bijstand, namelijk 17 april 2020, op basis van bijzondere omstandigheden. Appellante stelde dat zij als gevolg van psychische klachten door huiselijk geweld niet in staat was om eerder een aanvraag in te dienen. De Raad oordeelde echter dat appellante onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat deze psychische klachten haar aanvraag hadden vertraagd. De Raad bevestigde dat het verkeren in bijstandbehoevende omstandigheden op zich geen bijzondere omstandigheid is die rechtvaardigt dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht wordt verleend. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.