Uitspraak
22.3254 WLZ, 22/3171 WLZ-VV
CIZ (CIZ)
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorzieningen af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die haar beroep tegen de beslissing van het CIZ ongegrond verklaarde. Het CIZ had op basis van medische adviezen van 23 februari en 10 mei 2021 een indicatie verleend voor het zorgprofiel VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging. Verzoekster betwistte deze indicatie en stelde dat zij recht had op een ander zorgprofiel, namelijk VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg. De rechtbank oordeelde echter dat verzoekster geen medisch verifieerbare gegevens had aangeleverd die de medische adviezen in twijfel trokken. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en kwam tot de conclusie dat er geen aanleiding was om de eerdere uitspraak van de rechtbank te herzien. De voorzieningenrechter onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat verzoekster niet aannemelijk had gemaakt dat zij recht had op een ander zorgprofiel. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.