ECLI:NL:CRVB:2023:1369
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van ontslag op grond van artikel 8:8 CAR-UWO
In deze zaak heeft verzoekster, die sinds 1 september 1999 in dienst was van de gemeente Lelystad, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 maart 2022, waarin haar ontslag werd bevestigd. Het ontslag was verleend op grond van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding, zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. De rechtbank had het beroep tegen dit ontslag ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak in maart 2022. Verzoekster stelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden, en dat de handtekening op de uitspraak niet verifieerbaar was. De Raad oordeelde dat het herzieningsverzoek niet op nieuwe feiten was gebaseerd, maar op reeds bekende gegevens, en dat het verzoek om herziening daarom moest worden afgewezen. De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar enkel voor nieuwe feiten die niet eerder bekend waren. De uitspraak werd gedaan door J.J.T. van den Corput, met E.P.J.M. Claerhoudt als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 11 juli 2023.