Uitspraak
22 1899 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
auto-ongeval van appellant bij zijn nek, schouders en rug immers geen afwijkingen gevonden. Deze afwijkingen blijken ook niet uit de in hoger beroep ingezonden brief van de chiropractor bij wie appellant bovendien pas ruim na de datum in geding, op 1 december 2022, in behandeling is gekomen. Zoals de rechtbank ook heeft overwogen, heeft de Uwv-arts toegelicht dat de klachten van appellant passen bij myogene pijnklachten van de nek en schouders en aspecifieke rugpijn. Evenmin is in de medische stukken een aanknopingspunt te vinden voor het oordeel dat appellant per datum in geding aanvullend beperkt had moeten worden geacht op psychisch vlak. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft navolgbaar toegelicht dat zowel de GZ-psycholoog als de huisarts eind 2020 PTSS-klachten, slaapproblemen en depressieve klachten zien, maar geen depressie. De slaapproblemen en de concentratiezwakte heeft de Uwv-arts kenbaar bij de beoordeling betrokken. Dit zijn volgens deze arts kenmerken van verhoogde prikkelbaarheid passend in het beeld van een PTTS met een reactieve depressieve episode. Bij psychisch onderzoek op 14 januari 2021 is echter een goede aandacht en concentratie vastgesteld en voor het verstoorde slaap-waakritme heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in de medische stukken geen verklaring gevonden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft navolgbaar toegelicht dat voor een beperking op eigen gevoelens uiten geen reden is, omdat van een hieraan gerelateerde stoornis, dat wil zeggen een stoornis die kan leiden tot gevoelsuitingen die door anderen als overdreven of vreemd worden ervaren, geen sprake is. Uit de informatie van Mindfit blijkt verder dat langzaam een verbetering te zien was in de stemming en het slaappatroon van appellant nadat hij in februari 2021 is gestart met Fluoxetine, dat na een verhoging van deze medicatie in mei 2021 een lichte verbetering was te zien in zijn concentratie en dat de psychische gesteldheid van appellant daarna met behulp van mindful exposure verder is verbeterd, waarna hij het plan heeft opgevat om in september 2021 in Dubai op stage te gaan. Gelet op deze omstandigheden, zijn de psychische klachten van appellant op de datum in geding niet onderschat. Dat appellant zijn stage na een maand heeft afgebroken, omdat deze toch te zwaar voor hem was, is een omstandigheid die dateert van maanden na de datum in geding en die aan de beoordeling per datum in geding daarom niet kan afdoen. Dat appellant op 20 januari 2022 opnieuw is doorverwezen naar Mindfit, omdat zijn klachten waren verergerd, leidt evenmin tot een ander oordeel, omdat deze verslechtering van ruim na de datum in geding dateert. Ditzelfde oordeel geldt voor de door de neuropsycholoog ruim na de datum in geding vastgestelde cognitieve problematiek. Omdat twijfel aan de medische beoordeling ontbreekt, bestaat er geen aanleiding over te gaan tot benoeming van een deskundige.
(SBC-code 315132) en functie archiefmedewerker (SBC-code 553020) van elkaar verschillen qua opleidings- en functieniveau, aard van de werkzaamheden en mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, zodat er geen aanleiding is de functies niet als twee verschillende functies te hanteren. De stelling van appellant dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn voor hem, omdat hij vanwege zijn concentratieverlies en geheugenproblemen niet met hoge mate van accuratesse kan werken, slaagt niet. Appellant is op deze punten immers niet beperkt geacht. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft bovendien toegelicht dat in de functies op dit vlak ook geen functioneren boven de norm is vereist.