Uitspraak
22.1387 PW-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van woninginrichting in verband met het verkrijgen van zelfstandige woonruimte. Het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad heeft deze aanvraag afgewezen, met als argument dat de kosten geen noodzakelijke kosten van het bestaan zijn die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Appellant heeft betoogd dat hij nooit voldoende middelen heeft gehad om te reserveren, maar heeft dit niet met bewijsstukken onderbouwd. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat er geen dringende redenen zijn die het college verplichten om bijzondere bijstand toe te kennen. De rechtbank heeft vastgesteld dat appellant sinds 1989 een verblijfsvergunning heeft en dat hij, ondanks zijn situatie, niet heeft aangetoond dat hij niet in staat was om de kosten te voldoen uit zijn inkomen. De gronden die appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, zijn herhalingen van eerdere argumenten en de rechtbank heeft deze gemotiveerd weerlegd. De Centrale Raad van Beroep heeft het oordeel van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellant afgewezen, waardoor de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een veroordeling tot schadevergoeding of proceskosten.