ECLI:NL:CRVB:2023:1283
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake recht op WIA-uitkering en toegenomen beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Holland. Appellante had eerder een WIA-uitkering ontvangen, maar deze was beëindigd omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd bevonden. Appellante stelde dat er met ingang van 24 december 2015 of een latere datum sprake was van toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak, maar het Uwv had dit geweigerd. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat er geen toegenomen beperkingen waren binnen vijf jaar na de eerdere beoordeling op 30 mei 2014. De Raad concludeerde dat de medische beoordeling van het Uwv zorgvuldig was en dat er geen nieuwe medische gegevens waren die de stelling van appellante konden onderbouwen. De Raad bevestigde dat de eerdere beslissing van de rechtbank correct was en dat er geen aanleiding was om aan de medische beoordeling van het Uwv te twijfelen. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen.