ECLI:NL:CRVB:2023:1259
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 juli 2023 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een hoger beroep. Het hoger beroepschrift was niet tijdig ingediend door appellante, die het beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 12 december 2022. De rechtbank had de uitspraak op 20 december 2022 per aangetekende post aan appellante verzonden. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, en deze termijn gaat in op de dag na de bekendmaking van de uitspraak. Appellante heeft aangevoerd dat zij de uitspraak pas op 25 januari 2023 heeft ontvangen en dat er problemen waren met de postbezorging door Post.nl.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de argumenten van appellante niet voldoende waren om aan te tonen dat zij niet in verzuim was. De Raad benadrukte dat indien een aangetekend stuk niet wordt afgehaald, de termijnoverschrijding voor rekening en risico komt van de partij die hoger beroep instelt. Appellante heeft niet aannemelijk gemaakt dat er geen afhaalbericht is achtergelaten, en de Raad concludeerde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was.
De uitspraak werd gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van griffier E. Blijleven. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.