ECLI:NL:CRVB:2023:1223
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging ZW-uitkering en geschiktheid voor arbeid als pizzabakker
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellante, die als pizzabakker werkte. Appellante had zich op 9 juni 2020 ziekgemeld met lichamelijke en psychische klachten, waarna het UWV haar een ZW-uitkering toekende. Op 4 juni 2021 besloot het UWV de uitkering per 10 juni 2021 te beëindigen, omdat appellante geschikt werd geacht voor haar werk als pizzabakker. Dit besluit werd door de rechtbank Overijssel in een eerdere uitspraak bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het UWV de geschiktheid van appellante voor haar werk onvoldoende had onderbouwd. De Raad wees op de aanmerkelijke mentale belasting van het werk als pizzabakker en de vastgestelde verminderde mentale belastbaarheid van appellante, zoals vermeld in een rapport van 23 maart 2021. De Raad concludeerde dat het UWV ten onrechte had aangenomen dat appellante geschikt was voor haar werk, gezien haar psychische klachten en de diagnose van een depressieve stoornis door behandelende GZ-psychologen.
De Raad heeft het besluit van het UWV vernietigd, het primaire besluit herroepen en bepaald dat de ZW-uitkering van appellante per 10 juni 2021 wordt voortgezet. Tevens werd het UWV veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van appellante, die in totaal € 4.542,- bedragen. Deze uitspraak is gedaan door F.M. Rijnbeek, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi.