Uitspraak
22.524 WIA
mr. R.E.J.P.M. Rutten.
OVERWEGINGEN
ZW-beoordeling (EZWb) ongewijzigd voortgezet.
dr. J.P. Janssen, een attest van erkenning van handicap van 18 mei 2022 uit België en informatie uit 2023 van zijn neuroloog. Appellant heeft verzocht om benoeming van een onafhankelijk deskundige.
(legionella-pneumonie) die appellant heeft doorgemaakt. Uit de stukken van de neuroloog uit 2023 blijkt volgens appellant dat de neuroloog zich op het standpunt stelt dat appellant sinds zijn infectie in 2019 milde cognitieve klachten heeft. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in reactie op deze stukken in een rapport van 20 februari 2023 uiteengezet dat de ingebrachte stukken geen aanleiding geven het medisch standpunt te wijzigen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft daartoe overwogen dat het medisch beeld zoals beschreven door de longarts en neuroloog aansluit bij de medische problematiek die door de artsen van het Uwv is beoordeeld. De artsen hebben bij hun beoordeling betrokken dat bij appellant op de datum in geding sprake was van COPD, emfyseem en dat appellant concentratiezwakte ervaarde. Hiervoor zijn beperkingen vastgesteld in de FML van 23 september 2020. Gezien de concreet opgegeven problemen (niet meer kunnen winnen van schaakcomputer) heeft de voor het Uwv werkzame arts wel aangenomen dat appellant nog ruim binnen de norm zoals geldt voor het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) functioneerde en de FML-norm haalbaar was. Dit wordt naar de mening van de verzekeringsarts bezwaar en beroep bevestigd door de ingebrachte informatie van de neurologen, waarin gesproken wordt over relatief milde problematiek. Hiermee heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep naar het oordeel van de Raad inzichtelijk gemotiveerd waarom de in hoger beroep ingebrachte stukken geen aanleiding geven appellant meer beperkt te achten. Voor benoeming van een deskundige, zoals ter zitting verzocht door appellant, bestaat daarom geen aanleiding.