ECLI:NL:CRVB:2023:1193
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van toestemming om met behoud van bijstand een BBL-opleiding te volgen
In deze uitspraak beoordeelt de Centrale Raad van Beroep of de rechtbank Overijssel het bestreden besluit terecht in stand heeft gelaten. Het betreft een hoger beroep van appellante, die met behoud van haar bijstandsuitkering een beroepsopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs wilde volgen. Het college van burgemeester en wethouders van Enschede had haar verzoek afgewezen, met als argument dat de werkzaamheden bij het werkleerbedrijf niet als een participatieplaats kunnen worden aangemerkt. De Raad oordeelt dat het college het verzoek van appellante mocht afwijzen, omdat de opleiding niet voldoet aan de voorwaarden voor een participatieplaats zoals bedoeld in de Participatiewet (PW). De Raad bevestigt de overwegingen van de rechtbank dat de werkzaamheden bij het werkleerbedrijf op geld waardeerbaar zijn, ook al wordt er geen loon betaald. Dit oordeel is gebaseerd op de stelling dat volledige doorbetaling van de bijstand tijdens de BBL-opleiding zou leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt, wat niet wenselijk is. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.