Uitspraak
Datum uitspraak: 27 juni 2023
21/4105 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van
16 november 2021, 21/1700 V (aangevallen uitspraak)
16 november 2021, 21/1700 V (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Heereveen
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
OVERWEGINGEN
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank beslist op het verzet van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De aangevallen uitspraak is een uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb.
In artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder c, van de Awb is bepaald dat tegen een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:55, zevende lid, van de Awb geen hoger beroep kan worden ingesteld. Dit lijdt slechts uitzondering indien zich een zodanig ernstige schending van de eisen van een goede procesorde dan wel van fundamentele rechtsbeginselen heeft voorgedaan, dat van een eerlijke en onafhankelijke behandeling niet meer kan worden gesproken (zie hiervoor de uitspraak van 19 maart 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:946).
Wat appellant heeft aangevoerd, biedt geen grond voor het oordeel dat zich in dit geval een zodanig ernstige schending heeft voorgedaan. Dat appellant het met de aangevallen uitspraak niet eens is, is onvoldoende.
De Raad is dan ook kennelijk onbevoegd om van het door appellant ingestelde hoger beroep kennis te nemen, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
De Raad ziet aanleiding te bepalen dat het in hoger beroep betaalde griffierecht door de griffier aan appellant wordt terugbetaald.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep
- verklaart zich onbevoegd;
- bepaalt dat het betaalde griffierecht van € 134,- door de griffier van de Centrale Raad van Beroep aan appellant wordt terugbetaald.
Deze uitspraak is gedaan door J.J. Janssen, in tegenwoordigheid van D. van der Boom als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 27 juni 2023.
(getekend) J.J. Janssen
(getekend) D. van der Boom
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.