ECLI:NL:CRVB:2023:1159
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand en de ingangsdatum zonder terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van de bijstand die aan appellant is toegekend. Appellant heeft verzocht om bijstand met terugwerkende kracht tot 13 maart 2019, maar het college heeft dit verzoek afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellant niet voldoende bijzondere omstandigheden heeft aangetoond die een terugwerkende kracht rechtvaardigen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant zich op 16 december 2020 heeft gemeld voor bijstand en dat het college hem bijstand heeft toegekend met ingang van die datum. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. Appellant heeft geen nieuwe argumenten of bewijs aangevoerd in hoger beroep, waardoor de Raad heeft besloten de zaak zonder zitting te behandelen. De conclusie is dat de ingangsdatum van de bijstand in stand blijft en dat appellant geen recht heeft op vergoeding van proceskosten of terugbetaling van griffierecht.