Uitspraak
22.2705 WIA
mr. L.M.C.M. Levels.
OVERWEGINGEN
IVA-uitkering. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geconcludeerd dat er geen sprake was van een situatie waarin benutbare mogelijkheden ontbreken. Daarom is op 23 juni 2021 een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) opgesteld. Omdat er nog sprake was van behandelingen zijn de beperkingen niet duurzaam geacht. Een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft onvoldoende voorbeeldfuncties kunnen selecteren om een schatting op te baseren.
D.C.M. Meijer van 28 februari 2022, waarin is vermeld dat de verwachting van de verzekeringsarts bezwaar en beroep ten aanzien van de duurzame arbeidsbeperkingen veel te positief is en medisch inhoudelijk onvoldoende beargumenteerd wordt. De visie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep komt volgens de medisch adviseur niet overeen met die van de behandelend sector. Appellante is van mening dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep eraan voorbij gaat dat er sprake is van meerdere stoornissen die niet door middel van een behandeling te genezen zijn. De behandeling is gericht op het omgaan met de klachten en verminderen van de hiermee samenhangende spanning. De stoornis zelf zal door de behandeling niet verholpen worden en de daaruit voortvloeiende arbeidsbeperkingen ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren zijn dan ook duurzaam. Dit geldt ook voor de beperking in uren per dag en week vanwege de verminderde energetische belastbaarheid.
WGA-uitkering.
4 februari 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BH1896) dient de verzekeringsarts zich een oordeel te vormen over de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 4 van de Wet WIA. Hierbij moet hij, uitgaande van de medische situatie op de datum in geding, een inschatting maken van de herstelkansen, in de zin van een verbetering van de functionele mogelijkheden van de verzekerde. De inschatting van de verzekeringsarts van de kans op herstel in het eerste jaar na het ontstaan van het recht op uitkering en in de periode daarna, dient te berusten op een concrete en deugdelijke afweging van de feiten en omstandigheden die bij de individuele verzekerde aan de orde zijn. Indien die inschatting berust op een (ingezette) medische behandeling, is een onderbouwing vereist die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de individuele verzekerde.
obsessieve-compulsieve of verwante stoornis’.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alleen gewezen op het feit dat appellant een
ACT-behandeling zou gaan volgen. Een concrete inschatting op het effect van deze behandeling op de arbeidsmogelijkheden van werknemer is niet gegeven. Daarom is niet voldaan aan de eis dat, indien de inschatting van de duurzaamheid berust op een (ingezette) medische behandeling, een onderbouwing die ziet op het mogelijke resultaat daarvan voor de individuele verzekerde is vereist.
Deze kosten worden begroot op € 597- in bezwaar (1 punt voor indienen van het bezwaarschrift, met een waarde van € 597,- per punt) en € 1.674,- in hoger beroep
(1 punt voor het indienen van het hogerberoepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde van € 837,- per punt) voor verleende rechtsbijstand, in totaal
€ 2.271,-. Tevens dient het Uwv het door appellante betaalde griffierecht in hoger beroep te vergoeden.