ECLI:NL:CRVB:2023:1077
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens termijnoverschrijding en adreswijziging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had het beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Appellante had in 2019 een aanvraag om bijstand ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch was afgewezen. Na bezwaar bleef het college bij de afwijzing. De rechtbank oordeelde dat het beroep te laat was ingediend, omdat het bestreden besluit op 4 december 2020 was verzonden naar het postbusadres van de toenmalige gemachtigde van appellante, en dat er geen geldige reden was om aan te nemen dat dit adres niet meer in gebruik was. Appellante stelde dat het college ook naar haar kantooradres had moeten verzenden, maar de Raad oordeelde dat het college erop mocht vertrouwen dat het postbusadres nog in gebruik was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk. Hierdoor blijft de afwijzing van de aanvraag in stand en krijgt appellante geen vergoeding voor proceskosten of terugbetaling van griffierecht.