ECLI:NL:CRVB:2023:1050
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen afwijzing aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak gaat het om de vraag of het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen terecht het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk heeft verklaard. Appellant had op 23 mei 2022 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht, maar het college heeft deze aanvraag op 6 juli 2022 afgewezen. Appellant maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het college verklaarde dit bezwaar op 8 augustus 2022 niet-ontvankelijk, omdat appellant niet de gronden van het bezwaar had ingediend. De rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van appellant tegen deze niet-ontvankelijkverklaring ongegrond verklaard, waarna appellant hoger beroep heeft ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
De Raad heeft de zaak behandeld op een zitting van 25 april 2023, waarbij appellant via videobellen aanwezig was en het college vertegenwoordigd werd door mr. D. Wassens. De Raad heeft overwogen dat appellant niet heeft voldaan aan de wettelijke vereisten voor het indienen van een bezwaar, zoals vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Appellant had weliswaar verschillende stukken ingediend, maar deze gaven geen concrete bezwaargronden tegen de afwijzing van zijn aanvraag. De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat het hoger beroep van appellant niet slaagt. De niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar blijft in stand, evenals de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand.