ECLI:NL:CRVB:2023:1049
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten dagvaarding
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Heerenveen. Appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet, specifiek voor de kosten van het dagvaarden van het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Het college heeft de aanvraag op 13 maart 2020 afgewezen, omdat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat deze kosten noodzakelijk waren. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college verklaarde dit bezwaar op 1 september 2020 ongegrond. De rechtbank Noord-Nederland heeft in een eerdere uitspraak op 20 juli 2021 het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Tijdens de zitting op 25 april 2023 is appellant via videobellen verschenen, terwijl het college werd vertegenwoordigd door mr. D. Wassens. De Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht oordeelde dat het college de aanvraag om bijzondere bijstand terecht had afgewezen. De Raad heeft de argumenten van appellant, waaronder beschuldigingen van valsheid in geschrifte en georganiseerde misdaad, overwogen, maar deze niet overtuigend geacht. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en de afwijzing van de aanvraag blijft in stand. Appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven.