Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bepaalt dat het verzoek om wraking van de wrakingskamer niet in behandeling wordt genomen;
- bepaalt dat een volgend verzoek om wraking in deze zaak niet in behandeling wordt genomen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft verzoekster een verzoek tot wraking ingediend tegen de wrakingskamer van de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek volgde na een eerdere zitting op 24 februari 2023, waar verzoekster had verzocht om herziening van een eerdere uitspraak. Tijdens deze zitting heeft verzoekster aan het eind verzocht om wraking van de behandelend rechter, J.J.T. van den Corput, die niet in de wraking berustte. De wrakingskamer, bestaande uit E.J.M. Heijs, E.W. Akkerman en E.C.E. Marechal, heeft het verzoek om wraking op 26 april 2023 behandeld. Verzoekster had verzocht om uitstel van deze behandeling, maar dit verzoek werd afgewezen. Verzoekster heeft vervolgens een voorwaardelijk wrakingsverzoek ingediend, wat leidde tot een verzoek om wraking van de rechters van de wrakingskamer zelf. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat verzoekster evident misbruik maakte van het wrakingsmiddel, aangezien het wrakingsmiddel niet bedoeld is om de behandeling ter zitting te verhinderen. De wrakingskamer heeft daarom besloten het verzoek niet in behandeling te nemen en tevens dat een volgend verzoek om wraking in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 31 mei 2023.