Uitspraak
21.3235 ZW
OVERWEGINGEN
6 maart 2020 geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd.
11 juni 2020. De verzekeringsarts heeft een herziene FML van 9 juni 2020 opgesteld waarin hij de door de primaire arts aangenomen beperking voor werken in ploegendiensten (item 6.4) heeft ingetrokken, omdat daarvoor geen duidelijke grond is.
4 november 2019 en 18 november 2019 en het afsprakenoverzicht van het Hand & Pols Centrum van 26 november 2019 in zijn beoordeling meegewogen. Deze arts heeft naar aanleiding van deze informatie brieven, een herziene FML opgesteld, meer beperkingen aangenomen ten aanzien van de handklachten en tevens beperkingen aangenomen ten aanzien van de rug-, been- en voetklachten. Het Uwv heeft verder in het verweerschrift afdoende gemotiveerd dat uit de medische stukken niet is gebleken dat er sprake is van verminderde beschikbaarheid. Appellant heeft geen medische stukken overlegd waaruit blijkt dat er meer beperkingen en een urenbeperking moesten worden aangenomen.
.