Uitspraak
18.4074 WIA
8 november 2021 rapport uitgebracht.
OVERWEGINGEN
WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 15 augustus 2017 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van 31 juli 2017 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van 14 augustus 2017 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
4 november 2016. Appellant heeft benadrukt dat volgens hem uit de informatie van onder andere de orthopedisch chirurg uit 2019 blijkt dat er een medische verklaring is gevonden voor zijn nekklachten, waarbij de gevonden afwijkingen de ernst van zijn klachten op de datum in geding verklaren. Ook gelet op de eerder aangetroffen afwijkingen en het feit dat betrokkene bij het onderzoek van de verzekeringsarts zijn nek nauwelijks kon bewegen terwijl dit eerder nog wel mogelijk was, heeft de Raad besloten een deskundige te benoemen.
8 november 2021, samen met neuroloog Verrips, een rapport opgesteld. Hierin wordt geconcludeerd dat het klachtencomplex van appellant kan worden geduid als een pijnstoornis met een depressieve stemming, dat er neurologisch sprake is van een cervicalgie zonder aanwijzingen voor radiculaire of myelumbetrokkenheid en dat door de orthopeed eerder degeneratieve afwijkingen van de nekwervelkolom werden vastgesteld. Op grond van de bevindingen van het onderzoek heeft de deskundige geen consistente en medisch objectiveerbare stoornissen of beperkingen vastgesteld op basis waarvan appellant meer beperkt kan worden geacht dan door het Uwv is aangenomen. De door het Uwv aangenomen voorwaarden ten aanzien van de psychische belastbaarheid houden naar het oordeel van de deskundige in voldoende mate rekening met de beperkte psychische draagkracht van appellant. Deze blijkt uit de consistent aangegeven klachten van pijn en somberheid, congruent met de psychiatrische diagnoses die eerder gesteld werden. De aangenomen fysieke beperkingen houden naar het oordeel van de deskundige ook in voldoende mate rekening met de bij het eerder uitgevoerd orthopedisch onderzoek gebleken degeneratieve afwijkingen van de nekwervels en hiermee samenhangend de beperkte lichamelijke belastbaarheid. Bij het neurologisch onderzoek zijn geen andere of aanvullende stoornissen of beperkingen gebleken.
18 januari 2017, 14 augustus 2017, 11 december 2017 en 20 mei 2020 inzichtelijk en overtuigend gemotiveerd waarom appellant in staat moet worden geacht de geselecteerde functies te vervullen.