ECLI:NL:CRVB:2022:938
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- E.X.R. Yi
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de verhoging van de WAO-uitkering van een overleden slager met hartklachten
In deze zaak gaat het om de verhoging van de WAO-uitkering van X, die als slager werkzaam was en zich op 24 maart 2003 ziek meldde met hartklachten. Het Uwv heeft X met ingang van 18 september 2018 een verhoogde WAO-uitkering toegekend, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%. De rechtbank heeft het beroep van de erven van X tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard. De verzekeringsartsen hebben gemotiveerd dat er geen sprake was van een situatie van geen benutbare mogelijkheden en dat er geen aanleiding was om een urenbeperking aan te nemen. De door appellanten ingebrachte medische stukken leidden niet tot twijfel aan de medische beoordeling. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank, waarbij wordt gesteld dat de geselecteerde functies medisch geschikt waren voor X. De Raad oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.