Uitspraak
21.60 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die sinds 30 augustus 2017 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet (PW), had herhaaldelijk niet deelgenomen aan een re-integratietraject. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had de bijstand van de appellant bij wijze van maatregel verlaagd met 100% gedurende drie maanden, omdat hij niet was verschenen bij het traject. De Raad oordeelde dat het college na volledige heroverweging van eerdere besluiten, het besluit tot verlaging van de bijstand mocht handhaven. De appellant had niet aannemelijk gemaakt dat hij door de eisen van het college werd overvraagd en dat hij niet in staat was om deel te nemen aan het traject. De Raad bevestigde dat de recidive van de appellant, gezien zijn eerdere maatregelen, terecht was vastgesteld. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat de maatregel van 100% verlaging van de bijstand gedurende drie maanden gerechtvaardigd was, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.