Uitspraak
18.1508 WIA
mr. F.A. Put.
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. W.M. Janse, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had op 5 februari 2018 uitspraak gedaan in een zaak met nummer 17/2989. Tijdens de procedure heeft het Uwv, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, op 13 juli 2021 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft appellante op 26 juli 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding.
De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek ter zitting gesloten zonder nader onderzoek, omdat partijen hiermee instemden. De Raad heeft vervolgens overwogen dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten als het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv de kosten in de bezwaarfase al had vergoed, en dat de Raad alleen nog moest oordelen over de kosten in beroep en hoger beroep.
De kosten voor rechtsbijstand zijn begroot op € 3.036,- en de kosten voor het rapport van een deskundige op € 964,48, wat resulteert in een totaal van € 4.000,48. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in deze proceskosten. De uitspraak is gedaan door E.J.J.M. Weyers en is openbaar uitgesproken op 7 april 2022.