Uitspraak
17.2452 ZW, 17/2453 WIA
30 december 2020 een rapport uitgebracht. Partijen hebben hun zienswijze op het rapport gegeven en nadere stukken ingediend.
OVERWEGINGEN
23 februari 2016 ten grondslag. Appellante heeft tegen het bestreden besluit 1 beroep ingesteld.
17 oktober 2015 als de WIA-beoordeling per 24 september 2015. In een rapport van
13 oktober 2016 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep vervolgens geconcludeerd dat de in het kader van zowel de ZW als de WIA-beoordeling geduide functies van telefoniste/ receptioniste, schadecorrespondent en administratief medewerker afhandelingen nog steeds geschikt zijn.
17 oktober 2015). Daarom is I.A.K. Snels, verzekeringsarts, benoemd als deskundige. Deze deskundige heeft op 30 december 2020 een rapport uitgebracht. Hieruit komt naar voren dat zij een medisch onderzoek heeft verricht waarbij zij kennis heeft genomen van de beschikbare informatie uit de behandelend sector en van de rapporten van de verzekeringsartsen van het Uwv. Daarnaast heeft een spreekuurcontact met appellante plaatsgevonden en is aanvullende informatie bij de behandelend reumatoloog opgevraagd. De deskundige heeft vastgesteld dat op de data in geding sprake was van gewrichtsklachten van met name rug/bekken/knieën/handen/polsen, rug/nekklachten bij artrotische veranderingen en mogelijke wortelbeïnvloeding cervicaal, artrotische veranderingen knieën en de ziekte van Hashimoto. De deskundige heeft geconcludeerd dat appellante meer beperkt is dan is aangenomen in de FML van 10 oktober 2016. Naast de al gegeven beperkingen acht zij appellante licht beperkt op de items 4.9.1 (frequent reiken), 4.13.1 (duwen/trekken) en 5.6.1 (gebogen/getordeerd actief zijn). Appellante is verder aangewezen op een voorspelbare werksituatie (item 1.9.5) en kan ’s nachts niet werken en geen overuren maken (items 6.1.1 en 6.3.1). Rekening houdend met de aangenomen beperkingen heeft de deskundige – conform de standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid – geen reden gezien voor een urenbeperking. De deskundige acht appellante wel aangewezen op werken overdag.
S.O. Lindroos van 16 februari 2021 – in haar zienswijze naar voren gebracht dat zij ten gevolge van fysieke en psychische klachten meer beperkt is dan de deskundige heeft aangenomen. Ook is een urenbeperking aangewezen.
24 juni 2021 en een nadere reactie van MSK-arts Lindroos van 24 mei 2021 – herhaald dat zij fysiek en psychisch meer beperkt is dan de deskundige heeft aangenomen en daarnaast een urenbeperking aangewezen is.
16 februari en 24 mei 2021 en een brief van een neuroloog van 24 juni 2021 bevatten geen nieuwe medische informatie over de medische toestand van appellante op de data in geding. De deskundige was bekend met het standpunt van de MSK-arts en heeft gemotiveerd aangegeven waarom zij diens standpunt op onderdelen, waaronder de gestelde noodzaak om elke twee à drie uur ten minste een kwartier te rusten, niet kan onderschrijven. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft verder in het rapport van 21 mei 2021 deugdelijk gemotiveerd dat de geduide functies op basis van de aangepaste FML nog steeds binnen de mogelijkheden van appellante vallen.
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van in totaal
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 124,- vergoedt.