ECLI:NL:CRVB:2022:750

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
11 april 2022
Zaaknummer
21/578 AW-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van uitspraak inzake proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 21/578 AW-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 6 januari 2022. De appellant, een individu, had een verzoek ingediend naar aanleiding van een kennelijke fout in de eerdere uitspraak, waarin werd gesteld dat er geen proceskostenvergoeding zou zijn. De Raad heeft vastgesteld dat deze uitspraak inderdaad een fout bevatte, aangezien de kosten die de appellant had gemaakt in verband met de behandeling van het beroep niet waren vergoed. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om te reageren op het voornemen om de uitspraak te verbeteren, maar er is geen bezwaar ontvangen. De Raad heeft daarom besloten om de uitspraak te herstellen en het college van bestuur van de universiteit Leiden te veroordelen in de proceskosten van de appellant, die zijn begroot op € 682,88. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

21/578 AW-R
Datum uitspraak: 24 maart 2022
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 6 januari 2022, 21/578 AW
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van bestuur van de universiteit Leiden (het college)
PROCESVERLOOP
Ten gevolge van een bericht van appellant heeft de Raad vastgesteld dat zijn uitspraak van
6 januari 2022 een kennelijke fout bevat. Het betreft de overweging dat van voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten niet is gebleken en in verband daarmee het ontbreken van een proceskostenvergoeding in de beslissing.
De Raad heeft partijen in de gelegenheid gesteld te reageren op het voornemen van de Raad de uitspraak te verbeteren. Partijen hebben niet gereageerd binnen de daartoe in de brief van 31 januari 2022 gestelde termijn van vier weken, in verband waarmee de Raad, naar in die brief is vermeld, ervan uitgaat dat er geen bezwaar bestaat tegen de voorgenomen verbetering.

OVERWEGINGEN

Ten onrechte ontbreekt in de uitspraak een veroordeling van het college in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. Deze kosten worden begroot op € 662,48 aan actuariskosten en € 20,40 aan reiskosten, derhalve in totaal € 682,88.
De Raad zal de uitspraak herstellen door te overwegen dat aanleiding bestaat om het college te veroordelen in deze proceskosten van appellant. Ook zal de beslissing worden aangevuld met de bepaling dat de Raad het college veroordeelt in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 682,88.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 6 januari 2022, 21/578 AW, als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door H. Lagas als voorzitter en J.T.H. Zimmerman en P.J. Stolk als leden, in tegenwoordigheid van P.W.J. Hospel als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2022.
(getekend) H. Lagas
(getekend) P.W.J. Hospel