ECLI:NL:CRVB:2022:732
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens niet-betaling griffierecht en afwijzing verzoek om vrijstelling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing waarbij haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard vanwege het niet betalen van het griffierecht. Appellante, die als zelfstandige werkt, had verzet aangetekend omdat zij het niet eens was met de hoogte van het griffierecht en de afwijzing van haar verzoek om vrijstelling. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat haar netto-inkomen op de datum van betaling onder de bijstandsnorm lag en dat zij niet beschikte over vermogen om het griffierecht te betalen. De door appellante ingebrachte stukken, waaronder een uitkeringsspecificatie en een overzicht van haar schulden, waren niet voldoende om haar stellingen te onderbouwen. De Raad heeft geconcludeerd dat de regeling voor vrijstelling van griffierecht niet is afgestemd op de situatie van zelfstandigen, maar dat dit niet betekent dat appellante recht heeft op vrijstelling. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.