ECLI:NL:CRVB:2022:729
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens niet-betaling griffierecht en onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere beslissing waarbij haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat appellante het griffierecht niet had betaald. Appellante heeft in verzet aangevoerd dat zij, gezien haar inkomen, niet in staat was om het griffierecht te betalen. Echter, de Raad heeft vastgesteld dat appellante geen duidelijkheid heeft gegeven over haar financiële situatie door het inkomstenformulier niet volledig in te vullen.
De Raad heeft in het proces van verzet de procedure gevolgd zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht. Appellante had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de Raad heeft haar verzoek afgewezen omdat zij niet de benodigde informatie had verstrekt. Ondanks meerdere verzoeken om aanvullende informatie, heeft appellante het formulier niet volledig ingevuld, wat heeft geleid tot onvoldoende inzicht in haar financiële situatie.
Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat het verzet ongegrond is, omdat appellante niet heeft aangetoond dat zij niet in verzuim was met betrekking tot de betaling van het griffierecht. De Raad heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling in deze zaak. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de betrokken rechter en griffier.