ECLI:NL:CRVB:2022:728

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
21/1403 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere beslissing waarbij zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Dit gebeurde omdat appellant het griffierecht niet had betaald. De gemachtigde van appellant, mr. R.R.F.J. Palmen, heeft verzet ingediend, stellende dat de niet-betaling het gevolg was van een administratieve fout binnen zijn kantoor. Tijdens de zitting op 10 februari 2022 heeft mr. Palmen via een videoverbinding deelgenomen, terwijl het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke socialedienst Brunssum Onderbanken Landgraaf niet aanwezig was.

De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verklaringen van de gemachtigde niet konden leiden tot een gegrondverklaring van het verzet. De Raad heeft benadrukt dat de gemachtigde van appellant zowel een nota als een herinnering voor de betaling van het griffierecht heeft ontvangen. De niet of niet tijdige betaling, veroorzaakt door een administratieve fout, komt volledig voor rekening en risico van appellant. Daarom heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2022
21/1403 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 18 maart 2021, 20/752 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke socialedienst Brunssum Onderbanken Landgraaf (dagelijks bestuur)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak op 7 december 2021 niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de Raad het hoger beroep niet in behandeling kan nemen. De Raad heeft die beslissing genomen op grond van de artikel 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Namens appellant heeft mr. R.R.F.J. Palmen verzet ingediend.
Het verzet is behandeld op de zitting van 10 februari 2022. Namens appellant heeft
mr. Palmen via een videoverbinding deelgenomen aan de zitting. Het dagelijks bestuur is niet verschenen.

OVERWEGINGEN

De Raad heeft het hoger beroep van appellant in de uitspraak van 7 december 2021
niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft de gemachtigde van appellant aangegeven dat het griffierecht niet is betaald door een administratieve fout van zijn kantoor. Er is zowel bij de eerste nota als bij de herinnering een menselijke fout gemaakt.
De Raad stelt vast dat de verklaringen van de gemachtigde van appellant niet kunnen leiden tot een gegrondverklaring van het verzet. De gemachtigde van appellant heeft van de Raad voor betaling van het griffierecht zowel een nota als een herinnering ontvangen. Niet of niet tijdig betalen door een administratieve fout van de gemachtigde van appellant komt volledig voor rekening en risico van appellant.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van E.X.R. Yi als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2022.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) E.X.R. Yi