ECLI:NL:CRVB:2022:727
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 maart 2022 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 15 oktober 2021, waarin haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat zij het griffierecht niet had betaald. Appellante stelt in verzet dat zij, gezien haar inkomen, niet in staat is om het griffierecht te voldoen. De Raad constateert echter dat appellante in het verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die erop wijzen dat zij niet in verzuim is geweest. Ze heeft binnen de gestelde termijn geen verzoek om vrijstelling van het griffierecht ingediend en heeft pas in verzet verklaard dat zij het griffierecht niet kan betalen. De Raad heeft eerder op 16 juli 2021 een nota voor het griffierecht gestuurd en appellante is op 16 augustus 2021 per aangetekende post herinnerd aan de betaling. De Raad concludeert dat het niet betalen van het griffierecht voor rekening en risico van appellante komt, waardoor het verzet ongegrond wordt verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.