Uitspraak
20 1855 ZW
3 april 2020, 17/6353 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
A.M.M. Chevalier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
30 maart 2022.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellant, die als engineer en werkvoorbereider in de infrastructuur telecom werkzaam was, had zich op 29 juni 2017 ziek gemeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had zijn ZW-uitkering per 28 juli 2017 beëindigd, omdat hij geschikt werd geacht voor zijn eigen werk. Appellant was het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het bestreden besluit van het Uwv onzorgvuldig was, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat het ontbreken van nader onderzoek niet voor zijn rekening en risico zou moeten komen. De Raad heeft echter geoordeeld dat het Uwv terecht had geconcludeerd dat appellant op de datum in geding in staat was zijn eigen werk te verrichten. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand zijn gelaten. De Raad heeft geen aanleiding gezien om een onafhankelijke deskundige te benoemen, omdat de medische informatie die door appellant was ingediend niet voldoende was om het standpunt van het Uwv te weerleggen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in het medisch onderzoek en de verantwoordelijkheid van de appellant om relevante informatie te verstrekken.