Uitspraak
20 4107 ZW
23 oktober 2020, 20/898 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
21 januari 2020 in voldoende mate rekening is gehouden met de op de datum in geding bij appellante bestaande psychische beperkingen. De overwegingen van de rechtbank die tot dit oordeel hebben geleid, worden onderschreven. Hieraan wordt toegevoegd dat appellante niet wordt gevolgd in haar betoog dat de FML innerlijk tegenstrijdig is. De items 1.1 tot en met 1.8 zien op het persoonlijk functioneren in het dagelijks leven, terwijl de items onder 1.9 zien op specifieke voorwaarden voor het persoonlijk functioneren in arbeid. Gelet op de Basisinformatie CBBS geldt voor de beoordelingspunten onder 1.9 dat de normaalwaarde niet is geassocieerd met het dagelijks leven, maar met functioneringseisen zoals die voor arbeid als ‘normaal’ worden beschouwd. Het functioneren in arbeid stelt vaak andere en soms hogere eisen dan het dagelijks leven. Hoewel er een zekere relatie bestaat tussen de items 1.1 tot en met 1.8 enerzijds en de items onder 1.9 anderzijds, betekent het aannemen van een beperking op items onder 1.9 daarom niet dat tevens een beperking moet worden aangenomen op een van de items 1.1 tot en met 1.9. Hetzelfde geldt voor de door appellante gestelde tegenstrijdigheid tussen de items 2.6 en 2.12 van de FML.