Uitspraak
18.4438 WIA
OVERWEGINGEN
6 maart 2017, geschikt is voor de maatgevende arbeid is zij niet arbeidsongeschikt in de zin van de Wet WIA en is terecht met ingang van die datum een WIA-uitkering geweigerd.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uwv om appellante met ingang van 6 maart 2017 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij geschikt wordt geacht voor de maatgevende arbeid. Appellante heeft zich ziek gemeld met klachten die passen bij fibromyalgie en heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het Uwv. De Centrale Raad van Beroep heeft deskundigen benoemd om de belastbaarheid van appellante te onderzoeken. De deskundigen concludeerden dat er benutbare mogelijkheden zijn en dat de beperkingen die door de verzekeringsarts zijn aangenomen juist zijn. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat appellante geschikt is voor de maatgevende arbeid van magazijnmedewerker. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van appellante niet slaagt.