ECLI:NL:CRVB:2022:620
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel inzake de vaststelling van een persoonsgebonden budget onder de Wet langdurige zorg
Op 9 maart 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. over de vaststelling van een persoonsgebonden budget (pgb) onder de Wet langdurige zorg (Wlz). De rechtbank Overijssel had eerder, op 26 februari 2020, het beroep van appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Appellant was van mening dat het zorgkantoor het pgb ten onrechte niet had verhoogd en heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en vastgesteld dat appellant in hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel hadden moeten brengen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. Tevens is het verzoek om vergoeding van schade afgewezen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter H.J. de Mooij en griffier B.H.B. Verheul. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en benadrukt het belang van het aanvoeren van nieuwe gronden in hoger beroep.